Functions zijn een verzameling tools die zijn aan te roepen vanaf iedere willekeurige locatie door bijvoorbeeld een Assignment. Door middel van Functions is het mogelijk om een of meerdere bibliotheken van veelgebruikte stukjes configuratie te maken die gemakkelijk opnieuw te gebruiken zijn.
Resultaat waarde
Een functie geeft een waarde terug aan de Assignment die hem aanroept. Dit functieresultaat kan overal binnen de functie worden bepaald door een waarde te schrijven in de gereserveerde kladblokvariabele #Result.
#Result
Bij binnenkomst van de Function bevat #Result de waarde van de aanroepende Assignment.
Name
Als deze waarde wordt ingevuld, kan de Functie worden gebruikt als een Calculated Field. Er wordt dan een denkbeeldige variabele aangemaakt die buiten de Functie zelf read-only is en alleen binnen de Functie geschreven kan worden. De variabele dient daarbij te worden voorafgegaan door een # teken.
In dat geval kan de Functie eenvoudigweg worden aangeroepen door ergens de variabele #LEEFTIJD te gebruiken. Een functie met een ingevulde name wordt in de lijst met Functies voorafgegaan door het woord CALC. Zie:
Dit Calculated Field zal worden opgezocht in de huidige Configuratie. Om een CALC in een andere Configuratie te gebruiken dient de aanroep te worden voorafgegaan door het ID van die Configuratie. Bijvoorbeeld
#100.LEEFTIJD
Description
Door hier een duidelijke omschrijving van de taak die de functie vervult te plaatsen, worden Configuraties beter leesbaar.
Versions
Toont de versie waar de Tools toe behoren die zich onder de Function bevinden. Wanneer er meerdere versies van de Function beschikbaar zijn, kan een andere worden geselecteerd. Welke versie van de Function wordt uitgevoerd wordt bepaald door de Version Conditions die zich op Configuration niveau bevinden.
New version
Na een druk op de knop New version verschijnt bovenstaande dialoog. Er kan een versie geselecteerd worden die op Configuration niveau is vastgelegd. Met de Edit knop kan deze versie worden bekeken en eventueel aangepast. Door Copy previous version aan te vinken worden alle Tools van de huidige versie gekopieerd naar de nieuwe versie. Er zijn nu 2 instanties van dezelfde Function aangemaakt. In de nieuw gecreëerde Function kunnen nu de benodigde aanpassingen worden gemaakt die de nieuwe versie onderscheiden van de vorige versie.
Delete version
Met de Delete version knop kan een versie van een Function worden verwijderd. De Base version kan niet worden verwijderd.
Enable exception handling
Onder de function wordt een node getoond tbv de Exception handling. Bij het optreden van een exception binnen de function, en deze exception is niet ergens anders binnen de function afgehandeld, worden de tools uitgevoerd die onder deze node gedefinieerd zijn.
Include
Functies, validaties en tabellen kunnen als apart bestand worden opgeslagen door de eigenschap Include aan te vinken. Na het aanvinken wordt de bestandsnaam in het scherm weergegeven:
In de directory bij het bron bestand wordt de include opgeslagen. Bij het opnieuw laden van de configuratie zal SoftRules®alle include bestanden automatisch inladen. Het uitvinken resulteert in het herstellen van de oorspronkelijke situatie. Het betreffende include bestand wordt dan verwijderd. Dit maakt het mogelijk met meerdere mensen aan één configuratie te werken. Include bestanden hebben de extentie: srif (SoftRules Include File).