×
Menu
Index

LoopNode

 

Introductie

Een LoopNode itereert over alle elementen met een bepaalde naam. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om verrijking plaats te laten vinden op alle polissen in een pakket, of op alle clausules onder een bepaalde dekking.
 

Path

Hiermee wordt het element waarover geïtereerd dient te worden aangegeven.
 
Tip!
Ook in het Path van een LoopNode is het toegestaan om een joker in de vorm van een * teken te gebruiken. Zo kan met ./* over alle childnodes worden geïtereerd ongeacht hun naam.
 
Het Path wordt ingevuld in een dropdown die aanvankelijk leeg is. Door op het kleine knopje te klikken dat zich naast de dropdown bevindt worden alle paden opgehaald. Als u hiervoor eers een vinkje plaatst in 'Relative paths' worden de relatieve paden opgehaald.
 

Loop type

Een LoopNode kan zowel over complex types als over simple types itereren. Kiest u voor Complex Type dan worden alle Tools die onder de LoopNode zijn geplaatst, uitgevoerd steeds met het Path naar het gevonden complex type. Bijvoorbeeld:
 
Input XML:
<KLANTEN>
  <KLANT>
    <NAAM>JANSEN</NAAM>
    <GEBDAT>01-01-1970</GEBDAT>
  </KLANT>
  <KLANT>
    <NAAM>PIETERSE</NAAM>
    <GEBDAT>01-01-1980</GEBDAT>
  </KLANT>
</KLANTEN>
 
Loopnode:
Path nodes (complex types).
Path:  KLANTEN/KLANT
Tool: Assignment AGE = AGEAT(GEBDAT,01-01-2010)
 
Output XML:
<KLANTEN>
  <KLANT>
    <NAAM>JANSEN</NAAM>
    <GEBDAT>01-01-1970</GEBDAT>
    <AGE>40</AGE>
  </KLANT>
  <KLANT>
    <NAAM>PIETERSE</NAAM>
    <GEBDAT>01-01-1980</GEBDAT>
    <AGE>30</AGE>
  </KLANT>
</KLANTEN>
 
Een LoopNode kan ook gebruikt worden om over Simple Types te itereren.  In dat geval wordt de waarde van de gevonden Simple Types opgeslagen in een (kladblok) variabele (Store each element in) zodat deze in de Tools onder de LoopNode gebruikt kunnen worden. Het path dient daarbij het volledige pad naar het Simple Type te bevatten.
 
Bij hetzelfde input XML en met #naam in Store each element in, worden de onderliggende Tools twee keer doorlopen met resp. de volgende waarden in #naam:  JANSEN en PIETERSE. Het veld Path dient daarbij KLANTEN/KLANT/NAAM te bevatten.
 

Source from input XML

Met dit vinkje kan men aangeven of de elementen in het input XML of in het output XML gebruikt worden.
 

Reverse loop

Een vinkje op deze plaats geeft aan de de loop in omgekeerde volgorde wordt doorlopen. Dat is handig als in de loop de elementen verwijderd worden waarover geloopt wordt.
 

Stopcondition

Door hier the dubbelklikken kan de Condition worden opgegeven op basis waarvan de loop moet stoppen (break).
 

Category

Zie hier.