×
Menu
Index

Assignment - Common tab

 
 

Element

In het element veld kunt u de naam opgeven van het element wat in de output XML gewijzigd moet worden. Zodra u begint met typen wordt vanaf het tweede karakter een lijst met mogelijke elementnamen getoond die voldoen aan de door u ingetypte reeks. Als u een volledige lijst met elementnamen wilt ophalen, kunt u op de link Element klikken. De elementnamen die getoond worden zijn de namen die gedefinieerd zijn in het schema dat u heeft ingelezen.
 

Kladblokvariabelen

Wanneer u de elementnaam met een # -teken laat beginnen gebruikt u een kladblokvariabele. Deze wordt niet verwacht in de input XML en zal ook niet in de output XML worden weggeschreven. Als de kladblokvariabele nog niet bestaat, wordt deze bij het eerste gebruik in een Assignment automatisch gedeclareerd. U kunt net zoveel kladblokvariabelen definiëren als u zelf wilt. Kladblokvariabelen zijn overal te gebruiken waar andere elementen ook gebruikt kunnen worden. Na declaratie (alleen in een Assignment), staat deze ook in de Element Table.
 

#Result

De kladblokvariabele #Result kent een specifieke functie. Deze variabele wordt gebruikt bij Functions.
 

Joker *

Door een * te gebruiken aan het begin of het einde van de naam van een variabele, kan dat deel door SoftRules® worden opgevuld door een of meerdere karakters. Wanneer bijvoorbeeld *_BTP als naam van een element wordt gebruikt, zoekt SoftRules® in de Element Table naar elementen (in dit pad) die aan deze omschrijving voldoen. Als er een variabele met de naam PP_BTP in dit pad gebruikt mag worden, dan zal SoftRules® er van uit gaan dat hier PP_BTP wordt bedoeld.
 
Let op!
Het gebruik van een * in elementnamen moet niet worden toegepast als de naam volledig bekend is. Dit omdat het verwerken van elementen met jokers trager is dan wanneer de naam voluit wordt geschreven.
 

Attributen

Wanneer het element attributen bevat, wordt een lijst met attributen weergegeven waarachter u een waarde kunt opgeven. Alleen het element waarvan de attribuutwaarde overeenkomt met hetgeen u hier hebt opgegeven, wordt aangepast.
 

Alt. path

Hier verschijnt het pad naar het element binnen de hiërarchie van het XML document. Wanneer meerdere paden mogelijk zijn, kunt u met het pijltje eventueel andere paden selecteren.
Tip!
In paden is het mogelijk om Instances op te geven van Elementen dor deze tussen { en } te plaatsen. Bijvoorbeeld:
 
./PP{3}/OB
 
Verwijst naar de eerste OB node onder het derde PP element onder de huidige node. Wanneer geen Instance wordt opgegeven wordt dit als {1} beschouwd.
 
Het is ook mogelijk om de instance in een variabele op te nemen. Dus:
 
./PP{[#PP_instance]}/OB
 
Nu wordt de eerste OB node gekozen onder de PP node waarvan de Instance in #PP_Instance is opgeslagen.
 
Tevens kunnen (delen van) paden in variabelen worden opgeslagen en gebruikt in de Alt. path velden in SoftRules®.
Bijvoorbeeld:
 
#PathNaarOB = "./PP"
 
Alt. Path: [#PathNaarOB]/OB
 
 

Relative Paths

Indien aangevinkt verschijnen in de Alt. path lijst niet de absolute maar de relatieve paden naar het element. Relatieve paden gaan uit van de huidige positie en gebruiken een .. om een niveau omhoog te gaan en met een . kunt u vanaf de huidige positie naar beneden.
 
Bijvoorbeeld:
<PP>
  <PP_INGDAT>20110103</PP_INGDAT>
  <OB>
    <OB_MERK>Volvo</OB_MERK>
    <OB_TYPE>S40</OB_MERK>
    <OB_NWE>32650</OB_NWE>
    <OB_VWAAC>1250</OB_VWAAC>
    <CA>
      <CA_VERZSOM>?</CA_VERZSOM>
    </CA>
  </OB>
</PP>
 
Stel dat de Assignment zich op het niveau CA bevindt en u wilt het element CA_VERZSOM uitrekenen door OB_NWE en OB_VWAAC bij elkaar op te tellen. Dan kunt u deze elementen als volgt adresseren:
 
[../OB_NWE] + [../OB_VWAAC]
 
Let op!
De blokhaken zijn nodig voor de formule. Dit komt later aan bod.
 
Als het Assignment zich op niveau OB zou bevinden, dan kunt u het Alt. Path van de Assignment CA_VERZSOM vullen met:
 
./CA
 
om het element te kunnen vullen met de waarde uit de formule:
 
[OB_NWE] + [OB_VWAAC]
 
Als u een Element heeft gekozen en het huidige pad kan niet worden vastgesteld en Relative paths wordt aangevinkt, bijvoorbeeld bij functies, dan wordt het volgende window getoond:
 
In de combobox worden alle mogelijke paden getoond waaruit er één gekozen kan worden. Nadat op OK geklikt is, wordt deze als huidig pad gebruikt om de relatieve paden te tonen.
 
Standaard staat Relative paths aan als het pad bekend is en uit als dit niet bekend is.
 
Let op!
Het verdiend aanbeveling om zoveel mogelijk met relatieve paden te werken om flexibiliteit in uw Configuraties te creëren.
 
 

Type

Mogelijke waarden:
=
 
De waarde die aan het element wordt toegekend overschrijft de huidige waarde van het element.
+
 
De waarde die aan het element wordt toegekend wordt opgeteld bij de huidige waarde die het element heeft.
-
 
De waarde die aan het element wordt toegekend wordt afgetrokken van de huidige waarde die het element heeft.
x
 
De waarde die aan het element wordt toegekend wordt vermenigvuldigd met de huidige waarde die het element heeft.
/
 
De huidige waarde die het element heeft wordt gedeeld door de waarde die aan het element wordt toegekend.
 

Value

De waarde die aan het element wordt toegekend. De waarde kan afhankelijk van het Valuetype een ander formaat en betekenis hebben. Zie verder.
Dubbelklikken op het Value veld toont de Value editor.
 

Configuration

Hier is de Configuration te kiezen voor deze ene Assignment. U kunt hiermee dus een Function of Table kiezen uit een ander Configuratiebestand.
 

Multiple Instances

Wanneer de Occurance indicator in het schema het toelaat (d.w.z. MaxOccurs is groter dan 1) is het mogelijk om Multiple Instances aan te vinken. In dat geval wordt de waarde van het Element niet overschreven als deze al bestaat, maar wordt altijd een nieuw Element geschreven.
 

ValueType

Mogelijke waarden:
 
Fixed
 
De waarde in het Value veld wordt letterlijk overgenomen in het element.
Table
 
De waarde in het Value veld is het ID van de table die gebruikt wordt om de echte waarde mee op te halen. Om de invoer gemakkelijker te maken, wordt direct een dropdown met tabellen getoond.
Function
 
De waarde in het Value veld is het ID van de function die gebruikt wordt om de echte waarde mee op te halen. Om de invoer gemakkelijker te maken, wordt direct een dropdown met functies getoond.
 

XML Transformation link

Een klik op de link XML Transformation toont onderstaande dialoog:
 
 
Het is hiermee mogelijk om functies aan te roepen in een configuratie die gebruik maakt van een ander schema. Met een Out (naar de Functie toe) en een In (komende van de Functie) XSLT kan dan een vertaling tussen beide XML structuren worden uitgevoerd.
 
 
Copy
 
De waarde is het Value veld is de naam van een element van waaruit de echte waarde gekopieerd moet worden. Wanneer dit veld in een ander pad staat dan het element van deze Assignment, dient ook een pad te worden opgegeven. Bijvoorbeeld:
 
../OB/OB_VWACA
 

Let op!
Zonder blokhaken in dit geval. Het betreft hier immers geen formule maar altijd een element.

Formula
 
De waarde in het Value veld is een formule.
 
 

HTML

De tekst in de Value dient te worden gezien als HTML.
 

Category

Zie hier.
 

Create Question

Met het aanklikken van Create question bepaalt u dat deze waarde in de Userinterface opgenomen moet worden. De waarde van dit element wordt dus verwacht in de input XML die gevuld wordt door de gebruiker. Wanneer reeds een Userinterface is gedefinieerd, wordt meteen de mogelijkheid geboden om een Question aan te maken voor deze Assignment. De volgende dialoog verschijnt dan:
 
U kunt hier een Userinterface kiezen en een Group waarin de Question moet worden toegevoegd. Voor meer informatie, zie hier.